Een paar weken geleden, het lange paasweekend eind maart, maakte ik een roadtrip door Puglia, de pure hak van Italië. Ik had vier volle dagen en twee reisdagen om dit groene deel van Italië te leren kennen. En dat is gelukt. Heel goed zelfs. Met de huurauto speurde we alle uithoeken en dorpjes af. Waar ik in zes dagen precies allemaal ben geweest?
Route, slapen en eten in Puglia
Wil je tijdens je reis op de mooiste plekken van Puglia komen? Dan raad ik je aan om dat zeker met een auto te doen. De regio heeft uitgestrekte stukken land, staat vol olijfbomen, rustige wegen en slaperige dorpjes. Een trein komt niet overal en rijdt niet al te vaak. Alleen met een auto kom je makkelijk op alle uithoeken van Puglia. Bovendien zijn de wegen goed en rustig. Niets mooiers dat tussen glooiende, groene heuvels rondrijden. En dat deden wij dan ook. Mijn favoriete highlights zetten ik hier al eerder online.
Naar Puglia vliegen duurt 2 á 3 uur. Je vliegt naar naar Bari (vanaf Schiphol) of Brindisi (vanaf Eindhoven). Prijzen liggen over het algemeen rond de 100/150 euro retour maar fijne aanbiedingen zijn er ook regelmatig waardoor je voor een prikke retour kunt vliegen!
Dag 1: Schiphol, Bari, Gallipoli
Om kwart over negen op donderdagochtend staat mijn vlucht gepland. Even denk ik niet eens mee te kunnen naar Italië maar na een onprettig bezoek aan de douane, voordringen bij de controles, een roze noodpaspoort rijker en 60 euro armer mag ik dan toch de lucht in (met andere woorden, zorg dat je ID/paspoort nog geldig is, géén aanrader dit). Begin van de middag halen we de auto op bij het vliegveld en kan onze roadtrip beginnen!
Mijn route begon in hoofdstad Bari, een belangrijke havenplaats aan de Adriatische kust. Hoewel wij er voor kozen Bari over te slaan (keuzes, keuzes), schijnt het wel een leuke stad te zijn. Over de sprankelende kustroute rijden we in een paar uur door naar het uiterste puntje van Italië en vervolgens (met enige vertraging) door naar Gallipoli, waar we twee nachten overnachten. Gallipoli is een van de meest idyllische havenstadjes die ik ooit gezien heb. het oude deel wordt omringt door een glinsterende blauwe zee, waar ik zo een duik in zou willen nemen. De zandkleurige gebouwen en het mooie, oude fort bevallen me wel.
Ik slaap twee nachten in een klein Bed & Breakfast midden in het (moderne) centrum, nabij de kerk. B&B Ghala is een knusse en kleinschalige plek met een enorm warme gastvrijheid. Ook nog eens heel betaalbaar. Die avond eten we (pizza, wat anders?) bij een klein restaurant om de hoek met een typisch Italiaanse sfeertje: Sanso’ Salvadore. Dikke aanrader.
Dag 2: Gallipolli, het uiterste puntje Leuca & Otranto
Na een ontbijtje met chocoladecroissant wandel ik door de oude haven waarvoor je over een lange brug moet. Een Italiaanse koffie en vele foto’s later gaan we verder op pad. Naar het uiterste puntje van de hak: Leuca. In het laagseizoen doet het slaperig aan. Zomers zit het hier vol met Italiaanse vakantiegangers. In Santa Maria di Leuca is het tijd voor lunch en eet ik zeevruchten uit de zee bij Hotel Ristorante Rizieri. De slinger-route langs de kust zorgt er voor dat verborgen kliffen en ingklemde baaien tevoorschijn komen. Langs deze route richting het zuiden wil ik 1000 keer stoppen. Achter elke bocht weer een fantastisch nieuw uitzicht. Een pitsstop maken in we Otranto, voor ijs en uitzicht over zee.
Terug in Gallipoli komt de paas-optocht voorbij en eet ik m’n eerste risotto van deze reis. We eten en drinken bij restaurant Il Tramonto, voor dit deel van Italië een hip restaurant, in het oude deel van de stad.
Dag 3: Kliffen, rotsen, Galatone, Lecce & Martina Franca
Vandaag laten we uiterste zuiden achter ons. Maar niet voordat we Torre Sant’Andrea & Torre Dell’orso zien. De kliffen bezorgen me hoogtevrees maar ik vind het heerlijk een beetje te klauteren. Het is er nu ook ontzettend rustig. In Galatone maken we ook een korte stop. Een knusse stad met haar smalle straatjes, eenrichtingsverkeer en fijne mensen. Hier zien we écht geen andere toeristen. Wanneer we karretje wil passeren worden we aangesproken en op z’n Italiaans verzocht (prendere! prendere!) om de aarbeien uit de kar aan te nemen. Lekker zijn ze.
In Lecce is het levendig en het is dan ook een van de grote steden van Puglia. Het is gesticht in de 7e eeuw voor Christus door de Grieken en heette ten tijde van het Romeinse Rijk Lupiae. Het Romeinse theater en oude imposante bouwwerken vertellen veel van de geschiedenis. In Lecce kun je goed winkelen en wijntjes proeven in een van de vele wijnbarretjes.
Ik overnacht in de regio Martina Franca, waar vele traditionele Trulli staan. En waar ik in mag slapen. De trullo waar ik verbleef ligt nabij het gelijknamige stadje Martina Franca en het kleine Locorotondo, waar we deze avond eten. Last-minute hebben we een plek kunnen bemachtigen bij Bina Ristorante di Puglia, wat het beste restaurant van de omgeving blijkt te zijn. De inrichting is echt ontzettend mooi, in Trulli sfeer met veel wit & hout. Ook het eten en drinken smaakt ons. Zo goed dat we direct voor de volgende dag reserveren maar helaas zitten ze dan al bomvol.
Dag 4: Alberobello & Polignano a Mare
Witgekalkte, stenen huisjes met grijze puntdaken en sprookjesachtige tekens op het dak. Nadat ik wakker word ik een heuse Trullo ga ik nu naar Trullo-hoofdstad Alberobello. Met meer dan 1000 trulli heeft dit stadje een plek op de Werelderfgoedlijst heeft veroverd. Prosecco en knapperige pizza (op plastic bordjes xD) op het terras tussen de Trulli bij Alberobello Pizza Mania. Het volgende stadje, Polignano a Mare is echt een van de mooiste. Ze doet denken aan plaatjes die je kent van de Amalfikust. In steile kliffen verstopte restaurants, een baai omringt met hoge rotsen aan beide zijden, een brug die beide delen verbind, verre uitzichten over zee en een schattige binnenstad. Dit stadje is ontzettend romantisch. We genieten van de zon, de zee. Uitgeteld en voldaan. We besluiten lekker thuis te eten in de Trullo met gigantische tuin.
Dag 5: Ostuni & Locorotondo
Pittoresk middeleeuws Ostuni, Città Bianca, witte stad. Deze plek maakt haar naam meer dan waar. Ostuni is op een heuvel gebouwd, je hebt dus niet alleen een uitzicht over land & zee, de smalle straatjes hier zijn nóg leuker als ze omhoog en omlaag gaan. In Ostuni drinken we Aperol Spritz bij FRIDA Art Café, geniet ik van de live muziek (het is vandaag een feestdag!) en van de gezellige sfeer op het terras. Een levendige, fijne stad. Locorotondo daarentegen is een stuk rustiger. Maar met net zulke fotogenieke, witte straatjes en ook bovenop een rosten gebouwd.
Dag 5: Martina Franca, Bari, Amsterdam
Nog een keer geniet ik van de Trullo, nog een keer neem ik het landschap in me op. Tijd op Martina Franca en Puglia weer te verlaten. We rijden in een uurtje terug naar het vliegveld in Bari en vliegen terug naar Amsterdam. Italië wat was je weer goed!
The post Mini reisgids voor Puglia, Italië appeared first on .